Googlen in ruil voor je gegevens is helemaal niet nodig.

Iris van der Spoel schrijft in NRC.next een artikel over waarom we niet zo moeten zeuren over Googles vermeende privacy schendingen. Ze sluit af met een les voor “ons”: «Wij internetgebruikers moeten eerst eens goed nadenken over wat we precies verstaan onder privégegevens, voordat we ons aangetast voelen in onze privacy»Dat zit precies het venijn. Bits of Freedom, de diverse fora, blogs en andere hangouts van “tin foil hats”, privacy-activisten zijn bezet door mensen die precies dat deden: nadenken over hun privacy. Dit is ook precies een opvallend gegeven in de privacy-discussie: de experts lijken het allemaal met elkaar eens: Google (en andere instanties) zijn slecht voor onze privacy. Degenen aan de andere kant in dit debat, bijvoorbeeld Spoel, lijken vaak slecht geïnformeerde gebruikers te zijn. Diegenen die de techniek achter bijvoorbeeld de chipcard begrijpen, zien ook de gevaren. En wijzen daarop. En worden dan door tegenstanders weggezet als “tegen gebruiksgemak”.

Zo ook van der Spoel. De rode draad in haar betoog is “gebruiksgemak”. En dat daar best wat privacy voor mag wijken. Dit is, technisch bekeken, volledige nonsens: Je kunt alle gemakken die zij beschrijft heel gemakkelijk bewerkstelligen zonder daarvoor privacy op te offeren. Adressen en beginpuntent onthouden op een kaart? Daarvoor zijn vele manieren, zoals GeoIP, anonieme geodata doorgeven (vanuit GSM devices) enzovoorts. Of in minder technische termen: het kan goed anders. Je TomTom doet dat ook gewoon, zónder meteen al je privégegens naar haar hoofdkantoor te sturen. Mijn Nokia, weet op zijn ingebouwde kaart ook altijd precies waar ik ben, zónder Nokia daarvan op de hoogte te hoeven stellen.

Maar ook al was hiervoor geen technische oplossing, dan nóg is dit voor velen geen echt sterke reden om privacy zo grootschalig te laten wijken.

Google books heeft bijvoorbeeld een concurrent waartegen veel minder bezwaar gemaakt wordt: Gutenberg. Toegegeven, ze bezitten maar een fractie van de boekenkast, en zoeken en vinden valt daar nog erg tegen. Dat heeft echter niets met privacy te maken, maar alles met beschikbaar budget (gebruiksgemak) en met doelstelling: Gutenberg indexeert boeken waarvan het auteursrecht is verlopen (de hoeveelheid beschikbare boeken is daarom minder groot). Overigens heeft indexeren van boeken niets met privacy te maken, maar dat geheel terzijde. En mensen die zich gepubliceerd willen zien, zullen zelden de route van dodde-bomen-inscannen nemen, maar gewoon zélf op het web publiceren. Daar hoeft Google books echt niet tussen te komen.

Verder noemt ze een lijstje met Google-diensten, waar veelal heel aardige, tot veel betere alternatieven voor bestaan die stukken minder privacygevoelig zijn. Wanneer je daar alle commerciële (en closed source) alternatieven bij optelt, heb je een enorme lijst met diensten die Googles producten qua gebruiksgemak en hoeveelheid ver overstijgen. Het grootste probleem bij Google zit hem ook niet in die kleine stukjes informatie. Het is voor gebruikers veel veiliger om voor elke dienst een andere leverancier te nemen, dan één leverancier voor alles.

En het zou nog beter zijn als we gewoon zélf onze leverancier zijn. Ik heb ook gewoon onbeperkt mail (nouja, ik geloof iets van een terabyte), omdat ik het gewoon zelf host. Ik begrijp best dat mijn oma niet haar eigen mail gaat hosten, dus aan ons de taak om dat voor haar te doen. Distributie heet dat. De kern van internet: verspreiding van data, infrastructuur en diensten. Google, met haar data obesitas tast precies deze essentie van het internet aan, met haar dataobesitas. En is daarmee niet enkel een gevaar vor onze privacy, maar mogelijk een gevaar voor het internet zélf.

Dit artikel verscheen op bler.webschuur.com. En is overgezet naar dit blog

in privacy18 nrc*next2 google8

Over de auteur: Bèr Kessels is een ervaren webdeveloper met een grote passie voor techniek en Open Source. Een gouden combinatie om de techniek goed en efficiënt toe te passen. Volg @berkes op Mastodon. Of lees meer over Bèr.