De Golf: Waarom ik, persoonlijk, geloof in Open Source.
Dat begint lang geleden. Een van de eerste hacks van mij, vijf of zes jaar, was het doorzagen van de hijskraan van de buurjongen. Ik «wilde zien hoe ‘ie werkte». Kan me straf die ik daarvoor kreeg nog steeds goed herinneren.
Later, ook een mooi voorbeeld: we kregen een videorecorder. Nog voor iemand er een film mee gekeken had had ik hem al opengedraaid en had ik het systeem met kop, band-invoersysteem, terugspoeltechniek enzovoort uitgeplozen. De videospeler heeft het overleefd. Dus toen ik mijn eerste computer kreeg. Een fantastische 085 van wel 5MHz, met turboknop (kiezen tussen 2 en 5MHz). Hercules scherm en matrix printer, was ik verkocht. Tetris was vooral leuk omdat ik de BASIC code kon lezen. Samen met Jan, mijn beste vriend, heb ik tientallen avonden gewerkt aan een aanpassing van de score-telling van een BASIC spel Gorillas. Samen hebben we honderden uren aan ons eigen BASIC spel gewerkt (wat overigens vervelend aan was om te spelen, want te complex).
Dit is dé bron van Open Source. Het zelf kunnen doen. Toegang tot “hoe het werkt”. Het kunnen leren van andermans werk. Toegang tot informatie (die BASIC broncode). Het kunnen gebruiken van die broncode. Ik kan me nog goed herinnneren dat ik (15 jaar) écht teleurgesteld was toen ik ontdekte dat mijn digitale wekker alleen maar een afgeschermd zwart “dingetje” bevatte. Dat was de eerste keer dat ik in aanraking kwam met een veranderende perceptie van openheid: alles moest closed. Afgesloten: want als zelfs 14 jarige pubertjes je apparaten leerden te doorgronden deed de concurrentie dat binnen luttele seconden.
Inmiddels ben ik al sinds jaren ondernemer, bijna exclusief in Open Source projecten. Ik ben écht geen top-programmeur, maar alles wat ik ooit geleerd heb hierin, komt van andere ontwikkelaars, die wél toppers zijn. Ik heb nooit les gehad in programmeren. Toch ken ik vele talen, heb ik diverse programma’s geschreven en weet ik aardig mijn weg te vinden in database-architecturen. Mijn nieuwsgierigheid heeft me gedreven, openheid, de Open Source Community heeft me onderwezen en voorzien. En doet dat nog altijd.
Ik geloof dat openheid de toekomst heeft. Dat die afscherming zoals in mijn wekker nooit iets zullen bereiken. Ik geloof dat er Groot Geld zit in Open Source. Ik geloof dat Open Source, of laat ik het “vrije techniek” noemen, iedere ondernemer met enige visie dollartekens in de ogen zou moeten brengen. Het idee is namelijk ongelooflijk simpel. “Laat anderen het werk voor je opknappen”. Alle economen, iedere JanLul van de HEAO weet dat je nooit geld kunt verdienen als je alles zelf doet. Er is nog nooit iets of iemand rijk geworden met alleen maar hard werken (waarmee ik niet wil zeggen dat rijke mensen niet hard werken, of dat ooit deden, in tegendeel). Simpel: doe waarin je het beste bent. En laat anderen doen waarin zij het beste zijn. Samen ben je dan, uiteindelijk, het perfecte team. De anderen, de besten, kun je alleen betrekken als je hun de mogelijkheid bied. Alles afsluiten: je sluit de besten buiten.
Patenten, verstopte techniek (die stomme digitale wekker van me), paranoïde, afgesloten ideën, of geheime recepten. Dat zijn ingredienten van de tweede helft van de 20e eeuw. Een eeuw waarin landen duidelijke grenzen hadden. Bedrijven, zoals Philips echt álles in-house deden. Waarin bedrijven dus ook erg klein waren. Vergeleken met 2007.
Onze generatie kent een immense verandering, voor een groot deel veroorzaakt door internet. Maar voor een net zo groot deel is het internet een gevolg van deze generatie. Toen ik jong was, kon je een apparaat opendraaien, en de werking ontdekken. Toen waren patenten een vereiste, was geheimhouding, binnen je bedrijf, nodig om de videorecorders van dat bedrijf een succes te maken.
Maar daarvoor, was het delen van informatie van groot belang. Een ook voor het succes van je videorecorders is het delen (sharen) belangrijk. Altijd al, kennen we een gezamelijke ontwikkeling. Er is niks, helemaal niks, dat niet gebouwd is op de funderingen van eerdere “dingen”. De ongelovigen (in God et al), zoals ik er een ben, zijn bijvoorbeeld overtuigd van het feit dat jij en ik het gevolg zijn van een immens complexe doorgave van informatie: de evolutie.
Om het wat dichter bij huis te houden: Er is geen enkele muziekstroming die volkomen alleenstaand en uniek is. Alles bouwt voort op eerdere muziekstromingen. Sterker nog: hoe vrijer de muziek, hoe meer ervan geleend. Soul, Blues en Jazz kenden in het begin geen auteursrecht: Het was een kwestie van doorgeven. Net zoals heel vroeger muziektechnieken ook over generaties doorgegeven werden.
In de techniek net zo: Stoommachines zijn niet het product van één man in één generatie: Engelse ontwikkelaars hebben een paar generaties lang gewerkt aan het beter maken van dit concept. Niet één bedrijf dat haar ontwerp angstvallig geheim hield, maar een hele natie die met deze ontwikkelingen warschijnlijk de grootste verandering sinds de Romeinse cultuur wist te bewerkstelligen: de industriële revolutie. Samenwerking was cruciaal.
En sindsdien zijn we weer op de top (of het dal) van die golf beland. We hebben het internet ontwikkeld. We zijn informatiejunks geworden. Ons onderwijssysteem gaat niet meer over kennis, maar heeft het verzamelen van kennis tot het hoogste doel gesteld. We werken weer samen.
Mijn geloof is dat er momenteel twee soorten mensen zijn. Twee soorten ondernemingen. Of organisaties.
Zij die aan de <a href=”voorkant van die golf zitten en zij die aan de achterkant zijn. De voorkant kan meesurfen. De achterkant kan slechts wegsurfen. zij die deel uitmaken van die gedeelde informatie, en zij die het delen ervan nog altijd ontkennen.
We zitten nu precies op die top. De grote Shakeout is al even bezig. Ik ben er van overtuigd dat enkel zij die op tijd hebben leren surfen, zij die hun aangeboren nieuwsgierigheid op tijd hebben kunnen cultiveren, zij die de openheid die altijd aanwezig is geweest hebben weten te gebruiken om zichzelf te ontwikkelen, op die golf kunnen leren surfen. Zij die de top van deze golf nog altijd ontkennen, verdwijnen naar de achterkant ervan en zullen daar nog een beetje blijven dobberen, of verdwijnen.