Verborgen Open Source: de kracht, of haar zwakte?
Open Source Software (OSS) is allang niet meer weg te denken uit ons leven. Toch doen we dat de hele tijd: Open Source Software wegdenken.
Vaak heb ik discussies met mensen die dan iets melden als “Leuk hoor dat Open Source, maar ik heb toch liever Internet Explorer, dat Firefox laat heel veel sites niet goed zien”.
Het typische is dat deze mensen dagelijks waarschijnlijk meer OSS gebruiken dan dat ze closed source gebruiken. Mensen beseffen niet dat áchter alle dingen die ze gebruiken OSS zit. Google draait bijna volledig op OSS architecturen. Zo goed als alle email wordt het internet rondgestuurd door Open Source servers en programma’s. Maar ook dichterbij gebruiken mensen steeds vaker Open Source zonder dat te weten. Het Hyves-voor-op-je-mobiel programma, draait “gewoon” op Jabber. De Kwekker van Hyves ook. Dit is een goed teken, immers, steeds meer Open Source Software wordt overal ingezet. De redenen zijn enerzijds technisch het zal wel gewoon het beste product zijn geweest), anderzijds economisch (een Jabber server kost alleen wat uurtjes prutsen, een exchange server voor een soort MSN al snel een paar duizendjes). Maar bovenal kan Open Source Software “unbranded” ingezet worden; merkloos dus. Of verspreid worden als je eigen programma. Iedereen kan een jabber client maken, waarvan veelal ‘jan met de pet’ nooit zal weten dat er Jabber achter zit. En dat ook nooit hoeft te weten.
En daar zit ook een gevaar. Mensen die denken dat dat “blauwe E-tje” op hun bureaublad “Het Internet” is, zullen dan ook nooit weten dat achter dat blauwe E-tje een grote wereld van Open Source schuil gaat en dan Internet Explorer als heel essentieel beschouwen. Terwijl feitelijk het internet zelf essentieel is, voor hun.