3D printen walst de auteursrechten discussie binnen
Wired heeft een verhaal over Thomas Valenti. Als fan, ontwierp en printte hij poppetjes voor Warhammer. En deelde hij die op Thingiverse.
En dat mag niet. De advocaten van Games Workshop, de Britse fabrikant van het spel, hebben de bestanden waarmee je de poppetjes kon printen, offline laten halen. En zo begint de “oorlog”.
Een fabrikant als Alessi, die plastic prullaria mooi maakt; en zo een zoutvaatje voor enkele tientjes per stuk weet te verkopen, moet een ander businessmodel gaan zoeken. Net als fabrikanten van poppetjes voor spelletjes, dus.
Tot enkele jaren terug moest je flink investeren, mallen maken, dure spuitgietmachines aanschaffen, enzovoort, om die Alessi zoutvaatjes na te maken. Dat deden en doen, vast een heel aantal fabriekjes (in China), maar met wat moeite en een klein legertje advocaten, kun je deze namaak best uit de lokale blokker weren. Duizenden fabriekjes die namaak maken, is heel wat anders dan tientallen miljoenen mensen die datzelfde doen. Ooit kon de muziekindustrie de paar professionele cd kopieerders nog wel aanpakken. Tot de Cd-brander thuis en daarna Napster en trawanten.
Een jaartje of anderhalf, en iedereen kent wel iemand met een 3d printer in de bijkeuken. Je hebt er nu al kant-en-klare voor onder de $500. En met twee rechterhanden en een soldeerbout ben je al voor twee of driehonderd euro aan het printen. Nog niet een jaar geleden was de enige optie, die zelfmaak-optie en kostte zo een printer aan materiaal alleen al een paarduizend euro.
3D-printen kan zich nog lang niet meten met de bekende Chinese plastic-perser, die rubberen eendjes, pennen en alle andere plastic spullen uitspuugt voor een paar cent per kilo. En dat zal het waarschijnlijk ook nooit kunnen. Net zoals je de geboortekaartjes ook bij de drukker laat drukken, ondanks die kleurenprinter thuis op je bureau.
Maar voor maatwerk, onderzoek, kunst en dus ook dure design-prullen is het een zeer geschikt apparaat. Bedrijven die daarop draaien , of zich beschermd denken door octrooien op hun triviale producten, die moeten vernieuwen, of net als de muziekindustrie, ten onder gaan aan de revolutie die het Internet ons heeft gebracht.
Wat die bedrijfsmodellen zijn? Leer van de Open Source softwarefabrikanten: verkoop niet het product, maar de diensten eromheen. Of verkoop extra’s, zoals service, eenvoud, garantie en doorontwikkeling. Of een van de andere geweldige ideeën waar nu nog niemand zelfs van durft te dromen.